Huiswerkbeleid

Huiswerk ligt in het verlengde van het leerproces wat in de klas is gestart. Het vormt de brug tussen de school en de ouders. Via ons huiswerkbeleid willen we spanning en conflicten vermijden en inspelen op de individuele behoeften van de leerlingen.

Omwille van de verschillende doelstellingen die we met het huiswerk kunnen bereiken engageren we ons om een grote diversiteit aan te bieden. Het huiswerk beperkt zich niet tot het opgeven van een taal- of rekenoefening of het leren van een les. Ook andere opdrachten, die de gewoontevorming en het zelfstandig werken bevorderen komen aan bod.

Niet alle kinderen zijn gelijk. Met hun individuele verschillen willen we rekening houden en dit kan slechts door in sommige gevallen het huiswerk te differentiëren. Dit wil niet zeggen dat alle taken moeten gedifferentieerd worden, maar soms zal een bepaald kind meer gebaat zijn bij een remediërende huistaak, op voorwaarde dat ze dan ook echt remediërend is en niet als een extra belasting wordt opgelegd.

De verwachtingen naar de ouders toe worden eenvoudig en duidelijk verwoord en toegelicht tijdens de jaarlijkse infoavond begin schooljaar. Het schoolteam engageert zich hier om een eenduidigheid te brengen.

Bij het huiswerk is het niet de kwantiteit, maar de kwaliteit die voorop moet worden gesteld. Het leerproces is belangrijker dan wat er wordt geleerd. Zich een leer- en werkhouding aanmeten is daarbij essentieel.

Op bepaalde dagen zijn de leerlingen huiswerkvrij: kermis, eerste communie, H. Vormsel, Lentefeest, …
Tijdens de vakantieperiodes kunnen – indien nodig – extra remediëringstaken of leestaakjes gemaakt worden, dit in overleg met de ouders.

Doelstellingen

  • persoonlijk verwerken en inoefenen van de geziene leerstof;
  • huiswerk als gewoontevorming om een zekere werkhouding te leren;
  • Ouders laten zien wat kinderen in de klas leren;
  • zelfstandig leren werken, leren leren;
  • voorbereiding op het secundair onderwijs.


Verwachting naar ouders

  • Goede omstandigheden waarin het huiswerk kan worden gemaakt;
  • een positieve ingesteldheid ten aanzien van huiswerk;
  • het kind aansporen om ermee te beginnen;
  • elke dag samen met het kind de opdrachten in de schoolagenda overlopen, in het 5de en 6de leerjaar is dit minder noodzakelijk, alhoewel het bij leerlingen met leermoeilijkheden nog erg nuttig kan zijn;
  • al eens meeluisteren als het kind hardop leest;
  • controleren of het huiswerk gemaakt is, in het 5de en 6de leerjaar moet dit meer tot de verantwoordelijkheid van de leerling behoren;
    De leerling draagt zelf de consequenties ervan in geval van problemen dit zo vlug mogelijk signaleren aan de leerkracht.
  • het kind aansporen om netjes en verzorgd te werken;
  • het kind al eens de les overhoren;
  • reacties noteren bij het huiswerk;
  • een stukje verantwoordelijkheid aan het kind laten, lukt het niet dan ingrijpen.
    Het gaat hier om de werkhouding, niet om het inhoudelijke aspect van het huiswerk.
  • Kritisch beoordelen wat het kind aankan, qua tempo;
    Indien het kind binnen de afgesproken tijd zijn huiswerk niet kan afwerken, mag het stoppen. Dit wordt samen met de ouders besproken.
  • materiaal helpen zoeken.